In een uitzending van Radar van 15 mei 2017 werd getoond dat er in diverse apotheken valse recepten werden aangeboden en door de apotheek werden gehonoreerd. De recepten waren uitgeschreven op naam van een bestaande persoon maar deze persoon was voor betreffende apotheek een passant. De recepten waren onvolledig en bevatten fouten. Het betrof recepten voor Tramadol en Oxycodon. Beide zware pijnstillers, waarbij Oxycodon onder de Opiumwet valt. In de uitzending werd gesteld dat de recepten niet geaccepteerd hadden mogen worden omdat ze niet aan de hieraan gestelde eisen voldeden. Maar wat zijn die eisen precies en waar komen die eisen vandaan?
De recepteisen
De recepteisen voor een gewoon recept (een recept waarop een UR-geneesmiddel wordt afgeleverd) staan in artikel 1 lid 1 sub pp van de Geneesmiddelenwet. Kort samengevat moeten de volgende elementen voorkomen op een recept: de naam en werkadres van de voorschrijver, het voorgeschreven geneesmiddel op stofnaam of merknaam, de hoeveelheid en sterkte van het middel, de wijze van gebruik en kenmerken van de patiënt waaraan de patiënt is te identificeren. Het recept moet ondertekend zijn door de voorschrijver. Zonder handtekening is het recept niet rechtsgeldig. We zijn er aan gewend dat er ook een datum op het recept staat maar dat is geen wettelijke eis. Het is ook niet noodzakelijk dat de naam en het adres van de patiënt op het recept staan. De patiënt moet te identificeren zijn, zegt de Geneesmiddelenwet. Dat identificeren kan ook aan de hand van een nummer zoals het BSN.
Bij een elektronisch verzonden recept kan er geen handtekening van de voorschrijver op het recept worden gezet. Hiervoor in de plaats mag een code worden gebruikt waaraan de apotheker kan vaststellen dat het recept van een bevoegde afkomstig is.
De aangeboden recepten voor Tramadol voldeden niet aan de hiervoor omschreven eisen. Een apotheek mag een geneesmiddel echter zonder recept (of een onvolledig recept) aan de patiënt verstrekken indien er sprake is van een noodgeval en er is vastgesteld dat er geen sprake is van misbruik. Bij een recept voor een zware pijnstiller dat wordt aangeboden door een passant kan er sprake zijn van een noodgeval. Maar dat moet dus wel gecontroleerd worden. Wie is deze persoon, waarom wordt het recept in deze apotheek aangeboden, door wie is het recept voorgeschreven, kunnen we er op vertrouwen dat hier geen sprake is van misbruik.
Oxycodon valt onder de Opiumwet. De Opiumwet stelt strengere eisen aan een recept dan de Geneesmiddelenwet. Op een Opiumwetrecept moeten de volgende gegevens staan:
– de naam en voorletters, het adres, de woonplaats en het telefoonnummer van degene die voorschrijft;
– de naam van het voorgeschreven opiumwetmiddel en de hoeveelheid daarvan voluit in letters geschreven;
– de naam en voorletters, het adres en de woonplaats van die persoon waarvoor het geneesmiddel bestemd is;
– een duidelijke omschrijving van de wijze van gebruik, waaronder de per etmaal ten hoogste te gebruiken hoeveelheid;
– het toegelaten aantal herhalingen, voluit geschreven in letters. Een recept voor een opiumwetmiddel moet in onuitwisbare letters worden geschreven en ondertekend zijn door de voorschrijver onder vermelding van de datum van ondertekening.